Babouillec Sp, dichteres buiten de normen
Sinds Freud heeft de psychoanalyse zich geïnteresseerd in het schrijven omwille van wat het ons leert over het meest vreemde en intieme. Het literaire schrijven brengt ons tot de confrontatie met het andere, met het verschil, en raakt ons op het punt van het niet-meer-gelijke wanneer we het boek weer sluiten. Babouille Sp, de “Dichteres zonder papieren, zonder literaire origine, zonder sociale regels”, [1] is zonder twijfel de auteur van de XXIe eeuw die ons op nooit eerder geziene wijze een buitengewone manier onderwijst om het reële te benoemen, buiten de norm van elke literatuur. Hélène Nicolas, alias Babouillec Sp, haar artiestennaam, belicht in haar teksten onze wereld, opgesloten door normen die elke singulariteit vernietigen, en raakt enkele brandend actuele punten aan: “Via opvoeding en sociale cultuur stellen we bevelen op tot morele betrokkenheid die een aanzienlijk deel van de burgers sociaal onaangepast achterlaten” of nog, “een reglement dat door een beslissingscommissie is gestemd, een ware tentakelachtige schoonmaker van de rede”[2].
Ze maakt de keuze “de slaapkoppen” [3] niet te vervoegen, wanneer ze de formattering van ons zijn door het beeld ondervraagt: “Ligt onze essentie daar/ in de maatstaf te leven, zich er verwarren, daartoe te behoren, het te ondergaan/ een identiteit in dit toebehoren tot, dit klaarstomen van onszelf tot een beeld van het zijn?” [4]
In haar recent gepubliceerde tekst, Soif des lettres, stelt ze een “omgekeerde biopic” [5] voor, om deze noodzakelijkheid van het zijn te verwringen, van de ‘dorst in het zijn’ naar ‘een dorst in de letteren’: “Waarom God kiezen om onze culturele, sociale en intellectuele levens te sturen? Deze vragen worden gesteld door Steve, de knappe cameraman, die gekweld is in het bestaan. Is God de reddingsboei van de sociaal gestoorden, de gereedschapstas voor culturele barsten, de gids voor onze mentale fouten?” [6] De oplossing die ze ons voorstelt, bewerkstelligt een verdraaiing: “De dorst in het zijn vindt langzamerhand zijn bron in het schrijven van D.I.E.U., G.O.D., die een dorst in de letteren wordt.” [7]
Hélène Nicolas, zeer vroeg gediagnosticeerd als autist, als 80% mindervalide, kant zich tegen elk zorgprotocol en genormeerd leren, ze getuigt van de pijn van de stilte. Sp wil zeggen sans paroles, zonder woorden, ze spreekt niet. Haar moeder, Véronique Truffert kiest ervoor zich te laten gidsen door haar dochter om “dat lichaam, dat zodanig hermetisch, stil en vreemd is, schijnbaar zonder spiegeling, gedwee te maken” [8], en ontdekt per toeval dat ze kan schrijven. Het is met behulp van een doosje met kartonnen letters die ze één per één op een blad papier legt dat ze schrijft. De film van Julie Bertuccelli, Dernières nouvelles du cosmos, levert ons een krachtige getuigenis van het schrijven en het ensceneren van de Algorithme éponyme.
[1] Babouillec autiste sans paroles, Algorithme éponyme, texte poétique, Christophe Chomant Éd., 2013, p. 10.
[2] Babouillec autiste sans paroles, Raison et acte dans la douleur du silence, Monologue intérieur, Christophe Chomant Éd., 2011, p. 27.
[3] Ibid., Algorithme éponyme, p. 35.
[4] Ibid., Algorithme éponyme, p. 45.
[5] Babouillec Sp, Soif de lettres, théâtre, Christophe Chomant Éd., 2015, p. 69.
[6] Ibid., p. 13.
[7] Ibid., p. 13.
[8] Ibid, p. 68.