Lichaamspraktijken

#

Doorheen de geschiedenis heeft de tatoeage zich als lichaamspraktijk onthuld als een ware Janus: tussen agalma en palea. Gesitueerd in de “algemeenheid van een reeks praktijken zoals de insnijding en de besnijdenis…”[1], is ze enerzijds een teken van inclusie dat getuigt van de inschrijving in de symbolische orde. De identificaties van het subject, zijn statuut in de stam en verhouding tot de sekse en de dood worden hierdoor gedetermineerd. Anderzijds werden barbaren, slaven, criminelen, prostituees … door middel van een tatoeage gemarkeerd. Met de inslag van een onuitwisbaar merkteken op het lichaam als teken van exclusie, trachtte men een “excessief en met de maatschappelijke orde niet te verzoenen genot ”[2], een genot buiten-de-normen, af te boorden en te fixeren.

De tatoeage is vandaag één van de vijf snelst groeiende industrieën in de Verenigde Staten. Deze hedendaagse opmars, evenals het succes van tal van andere lichaamspraktijken, tonen, overheen de “procrustiaanse willekeur van de mode”[3], het deficit van de symbolische orde aan om het genot via het verbod, het fantasma en de semblant te reguleren. Zij gebruiken het lichaam als object en instrument om een onbehagen ‘buiten-de-normen’ te behandelen.

Een nieuwe kliniek presenteert ons lichaamsexcessen[4]: consumptie van producten, drinken en eten zonder maat. Tatoeages, piercings en scarificaties getuigen van de inflatie van het imaginaire om een reële te versluieren. De wetenschap en haar technieken maken allerlei operaties mogelijk die het lichaam verbeteren, reproduceren, vervolledigen en vormgeven zonder rest. Zij beweren een driftmatige ‘buiten-de-normen’ in een ‘a-geperfectioneerd’ [5]lichaam te kunnen transformeren. De promotie van sporten, van fitness, van een alimentaire hygiëne en allerlei preventieve gezondheidsprogramma’s willen een genot ‘buiten-de-normen’ in een cijfer omzetten. Het subject wordt zo onderworpen aan de tirannie van een statistisch Boven-Ik.

De psychoanalyse volgt noch de weg van het exces, noch die van de universele norm. Het is een plaats waar de singuliere praktijken van een subject kunnen ontvangen en begeleid worden. Symptomatische uitvindingen waarmee een subject zijn genot ‘buiten-de-normen’ dat zich niet laat symboliseren behandelt. Zoals de jonge vrouw die, door middel van een discrete piercing, er in slaagt haar lichaamsbeeld te herkennen waardoor de ervaring van een diepe leegte kan getemperd worden. Of de jonge man die er in slaagt zijn automutilatie praktijken om te zetten in een artistiek beroep nadat hij het beeld van een personage uit zijn voorkeursroman laat tatoeëren. De verheffing van sommige van deze singuliere praktijken tot de sublimatie, waar performances en Body Art van getuigen, hebben de hedendaagse kunst grondig gewijzigd.

Laat ons vanuit onze analytische ervaring getuigen over de rijkdom van deze singuliere wijzen om met het driftmatige ‘buiten-de-normen’ om te gaan!

[1] Lacan J., L’agressivité en psychanalyse, Ecrits, Paris, Seuil, 1966, p. 104-105
[2] Miller J.-A., Propos sur la mutilation, in CAPS, Bulletin n° 4 de l’ACF Champagne Artois Picardie Ardenne, 1997, p. 65
[3] Lacan J., op cit.
[4] Ratier F., Excès, in Scilicet 2016: Le corps parlant. Sur l’inconscient au XXIe siècle, 122-124
[5]Da Fonte R., Fitness, in Scilicet 2016: Le corps parlant. Sur l’inconscient au XXIe siècle, 131-133

Print Friendly

This post is also available in: FransEngelsItaliaansSpaans