De tijdelijke mislukking van een propaganda

#

Op 8 december 2016, tijdens de Nationale Vergadering, zijn het de ontkenningen van Mhr. Fasquelle, in het nauw gedreven tijdens het debat over zijn voorstel tot ontbinding, die een tijdelijke mislukking betekenden van een opgezette propaganda tegen de psychoanalyse. Neen, riep hij uit, het is geen strijd tegen de psychoanalyse. Neen, voegde hij eraan toe, het is in geen geval totalitair. Neen, werpt de psychoanalist op, het is niet zijn moeder.

Als het project tot ontbinding van Mhr. Fasquelle verworpen werd, dan is dat omdat hij raakt aan de vrijheid door de Franse regering te verzoeken “de psychoanalytische behandelpraktijken voor autisme, in al hun vormen, met klem te veroordelen en te verbieden”. Niet enkel de psychoanalisten hebben de ontkenningen van Mhr. Fasquelle gehoord, de meerderheid van de gedeputeerden hebben ze ook gehoord. Maar deze verwerping, waarmee we een slag thuis halen, heeft niets geruststellends. Integendeel. Rekening houdend met het debat dat tijdens de Vergadering werd gehouden, hebben we er elke reden toe te geloven dat een gelijkaardig maar diplomatieker opgezet project tot ontbinding zou zijn goedgekeurd door een meerderheid van de gedeputeerden. Inderdaad, het merendeel van de gedeputeerden die zich uitdrukten leek het verdedigen van de psychoanalyse niet als eerste bezorgdheid te hebben. Als men de debatten voorafgaand aan de stemming volgt, lijkt de dominante tendens binnen de vergadering het discours van de beschaving te reflecteren die de toon aangeeft, ook buiten Frankrijk, met betrekking tot het onderwerp van de geestelijke gezondheid. Een discours die zweert bij goede praktijken geëvalueerd door de ideologie van het becijferen. In die zin is de actueel gevoerde strijd in België tegen de wet over geestelijke gezondheidszorgberoepen één en dezelfde. Het betreft een alomvattend heersend discours dat bij ons, de verwesterden, reeds lang voorafgaat en voorbij ligt aan evenementen als De Block of Fasquelle.

Echter, als het project Fasquelle een kroniek is van een aangekondigde mislukking, schijnt ons het voorafgaande goed georkestreerde propaganda programma erg verontrustend toe. We konden horen dat de psychoanalyse een praktijk is waar geen consensus over bestaat. De term “consensus” heeft voor de HAS een precieze betekenis, deze van een praktijk die niet kan geëvalueerd worden volgens de ideologie van cijfers-zeggen-alles. Maar de betekenis van deze term verglijdt tijdens het debat, en wordt al snel een adjectief om een “inefficiënte” en erg betwistbare praktijk te beschrijven. Alsof de CGT, aangeraden door de HAS, het object van consensus is. Goeie grap. Het adresboek van de Euro-Federatie van Psychoanalyse verzamelt 2500 praktijkbeoefenaars van de geestelijke gezondheidszorg rond het Freudiaanse veld die zich, per essentie, verzetten tegen het dresseren van CGT. Dit gegeven volstaat om de veronderstelde “consensus” te betwisten wat CGT betreft.

De propaganda gaat zelfs nog verder wanneer zij de psychoanalyse associeert met de praktijk van packing om te insinueren dat het een om mishandelende aanpak zou gaan. Hetgeen men terugvindt in de oproep aan de regering in het voorstel tot ontbinding, de erkenning door de Franse federatie voor psychiatrie van de aanbevelingen van goede praktijken “opdat ze officieel zou afstand nemen van packing, de psychoanalyse en elke andere mishandelende aanpak” (sic!). Elders konden we lezen dat de psychoanalisten “de universiteiten infiltreren”, dat ze van het autistische kind een object van hun fantasme maken, en jazeker, het totaal verkeerde oude afgezaagde liedje volgens dewelke de psychoanalyse de moeder en familie “beschuldigt”. De kers op de taart is de eis van Mhr. Fasquelle dat “men ophoudt families op een dwaalspoor te zetten en hen behandelingen oplegt die ze niet willen.” Men zou als antwoord willen roepen: Dames en Heren aanhangers van de anti-psychoanalyse lobby, begin er aan!

Deze geschreven zaken worden gehoord door de VN. Het manoeuvre is duidelijk. Men laat het Comité van de rechten van het kind van de VN zeggen dat ze “vaststelt” dat in Frankrijk, “autistische kinderen nog steeds onderworpen worden aan inefficiënte psychoanalytische therapieën”.[1] Als men vervolgens rekenschap vraagt aan de gedeputeerden die het project van de Fasqueliaanse ontbinding tekenden, antwoorden deze: Wat wilt U? Wij wensen slechts de richtlijnen van de VN te doen naleven. De cirkel is rond.

Het project tot ontbinding werd verworpen maar het kwaad is geschied. Het is uitgesproken en dit zal zijn weg afleggen. Niets goeds wacht ons in de toekomst behalve ons werk als psychoanalist verder zetten, het is te zeggen, de analyse van het alomvattende wetenschappelijke discours om zonder respijt de kwaadwilligheid van haar pogingen bloot te leggen om het weten van het onbewuste te bevriezen, het voor altijd te doen zwijgen, via legale middelen.

[1] VN, Verdrag inzake de rechten van het kind van 23 februari 2016.

Print Friendly

This post is also available in: FransEngelsItaliaansSpaans