Vormen van ouderschap
Het ‘normale’ gezin is sinds een dertigtal jaren verdwenen. De onveranderlijke structuur ervan heeft nieuwe vormen aangenomen, die veraf staan van de vormen die verbonden blijven met het traditionele model, en dit tot in het extreme, bijvoorbeeld in kroostrijke gezinnen met of zonder geadopteerde kinderen en in eenoudergezinnen. De klassieke patriarchale indeling met een papa, een mama en twee kinderen bestaat nog steeds in onze maatschappij, maar de veranderingen die gerelateerd zijn aan de vooruitgang van de wetenschap, hebben die lange, rustig voortkabbelende stroom verstoord. Pas wanneer we het van naderbij bekijken, kunnen we de gebeurtenis in de jaren ‘70 aanduiden dat de zeden en gewoonten heeft omvergeworpen en aan vrouwen een vrijheid heeft gegeven die ze voordien nog nooit hadden gekend op het vlak van hun seksualiteit. Het gaat over de anticonceptiepil.
De mogelijkheid tot echtscheiding was er een rechtstreeks gevolg van, met als effect een ingrijpende verandering wat betreft het hoederecht over de kinderen. Het concept ‘co-ouderschap’ heeft veel inkt doen vloeien in de jaren ‘80.
Vervolgens kwamen de nieuw-samengestelde gezinnen, die eveneens absoluut vernieuwend waren in hoe ze functioneerden. Er werd gesproken over familieclans, de zondagen samen met het gezin werden verafgood, en men herontdekte het plezier van met meerderen samen te leven.
Daarna werd het domein van het gezin uitgebreid door de introductie van het homohuwelijk. De liefde tussen personen van hetzelfde geslacht werd erkend, alsook het recht om te huwen… en kinderen te hebben? Op dat punt hield de wet halt, men stootte op het reële van de seksuering. Man en vrouw kunnen dan wel dezelfde rechten hebben, ze beschikken niet over dezelfde uitrusting om zich voort te planten. De homo’s hebben niet lang gewacht om oplossingen te vinden om alsnog kinderen ter wereld te kunnen brengen, de enen met medeplichtigheid van een vriend of vriendin, de anderen met behulp van de wetenschap en manipulatie van kiemcellen. Toch blijft het zo dat bepaalde landen, onder andere ook Frankrijk, weigeren om medisch begeleide voortplanting en in-vitro fertilisatie bij homokoppels te legaliseren. Men verzet zich tegen het idee dat men tabula rasa zou maken van het reële van het geslachtsverschil. Maar de vraag om een kind wordt meer en meer dwingend. Het overschrijdt het koppel. Ongeacht iemands wijze van genieten, men wil er een. Alleenstaande moeders van de huidige generatie kiezen ervoor hun kinderen alleen ter wereld te brengen alvorens de biologische klok hen overvalt. De vader wordt daar gereduceerd tot diens spermatozoïde vorm, die Lacan als ‘reële vader’ kenmerkte, waarbij hij zich reeds vragen stelde omtrent het feit dat “niemand er ooit aan gedacht heeft te zeggen dat hij de zoon was van een of andere spermatozoïde” [1]! Zonder twijfel zouden veel kinderen zich vandaag de dag kunnen afvragen wie zich verborgen houdt achter de spermatozoïde in kwestie en zouden ze in naam van het recht om hun oorsprong te kennen, er bepaalde rechten door kunnen opeisen.
Voorbij die veranderingen zal het erom draaien weerklank te geven aan elke wijze van genieten die eigen is aan die nieuwe vormen van ouderschap. Immers, van het eenoudergezin tot het homogezin, elkeen put zijn identificaties uit zijn eigen gezin, zelfs al worden die identificaties omgedraaid. Het is zelfs van daaruit dat het reële wordt geschreven dat Lacan onrustwekkend noemde: “De bestaanswijze van de vader hangt vast aan het reële. (…) Het is zeer onrustwekkend dat er een reële zou zijn dat mythisch zou zijn, en het is daarom dat Freud in zijn doctrine de functie van de vader zo sterk in stand heeft gehouden.”[2]
[1] Lacan J. Le séminaire, Livre XVII, L’Envers de la psychanalyse, Paris, Seuil, 1991, p. 148.
[2] Lacan J., Scilicet 6/7, Editions du Seuil, 1975, p. 45.
Vertaling: Els Van Compernolle