De optimale geestelijke gezondheidszorg
In Canada benadert men de geestelijke gezondheid met een “positieve[1]” insteek. Het Canadees agentschap voor Volksgezondheid stelt hieromtrent volgende definitie voor: het is een toestand van emotioneel welzijn waarbij men de capaciteit heeft zich gelukkig en tevreden te voelen in het leven. Volgens statistische gegevens verklaren 68 % van de Canadese volwassenen zich gelukkig. Het Instituut voor Statistiek van Québec stelt de “optimale geestelijke gezondheid” tegenover “de minder goede geestelijke gezondheid”. 68% van de bevolking beschouwt zijn geestelijke gezondheid als “excellent of zeer goed”. Hun geestelijke gezondheid is, volgens de laatste gegevens van het Instituut, “florissant”[2].
In Canada, en dus ook in Québec, is de term geestelijke gezondheid niet alleen meer verbonden aan ziekte of psychisch lijden. Het is een nieuw paradigma dat de capaciteit tot aanpassing, het deel uitmaken van een sociale groep, het respect voor de regels, weerspiegelt. Kortom, de capaciteit zich te voegen naar de normen van de samenleving.
Diegenen die het moeilijk hebben in het leven en zij die geen deel uitmaken van deze normaliteit zoeken hulp onder de vorm van een zeer precieze diagnose. Door opnieuw tot een groep te behoren – gelimiteerde persoonlijkheidsstoornis, affectieve afhankelijkheid, AA, enz…. – kunnen ze zich handhaven in een genormeerde niche. Het gebeurt regelmatig dat een patiënt een andere arts wil raadplegen omdat de voorgaande hem geen diagnose, geen classificatie gaf van zijn moeilijkheden. De diagnose wordt aldus een nieuwe identificatie, een nieuwe manier om binnen de norm te blijven.
In deze samenleving waar het zich niet goed voelen, genormeerd is, is onder andere suïcide het gevolg van wat niet gehoord wordt en terugkeert in het reële. Québec blijft een provincie waar het zelfmoordcijfer tot de hoogste ter wereld behoort.
Een door angst overspoelde patiënte zoekt me op omdat ze haar diagnose en de behandeling die daaraan verbonden is, niet aanvaard. “Ik heb een vriendin die probeerde zelfmoord te plegen en die dezelfde diagnose had als ik. Ik heb de indruk dat de artsen de diagnoses in het rond strooien.” Ze vraagt of ik akkoord ga met haar diagnose. Ik antwoord dat ik het niet weet, terwijl ik de nadruk leg op het belang te zien waarom ze lijdt. Dit antwoord situeert het weten aan haar kant en laat plaats voor een singuliere elaboratie, voorbij de diagnose.
In Québec heeft de psychoanalyse een klein werksegment. De werkwijzen die wettelijk erkend worden door de Volksgezondheid van Canada en Québec zijn therapieën gebaseerd op evidence based practice. Ze zijn georiënteerd naar het oplossingsgericht werken en de aanpassing aan de sociale norm.
Het is dan ook aan het verlangen van de analyticus niet te wijken voor het luisteren voorbij de norm. Een luisteren dat de singulariteit van het subject en de verhouding tot zijn genot, viseert.
Jacques-Alain Miller wijst ons erop in “Choses de finesse en psychanalyse”:
“Het analytisch discours erkent geen andere norm dan de singuliere norm die het subject los van de maatschappij als dusdanig benadert. Men moet kiezen: het subject of de maatschappij. En de analyse staat aan de kant van het subject.[3]”
[1]http://www.phac-aspc.gc.ca/mh-sm/mhp-psm/pmh-smp-fra.php
[2] http://www.bdso.gouv.qc.ca/docs-ken/multimedia/PB01671FR_portrait_sante_mentale2015H00F00.pdf
[3] MILLER J.-A., « L’orientation lacanienne. Choses de finesse en psychanalyse », enseignement prononcé dans le cadre du département de psychanalyse de l’université Paris VIII, leçon du 19 novembre 2008.