GEKISSEBIS ROND STRATEGISTEMMEN[1] IN FRANKRIJK
Mediapart
20 maart 2017
De kwestie van het al of niet strategisch stemmen verdeelt momenteel de Franse linkerzijde. Psychoanalyticus Jacques-Alain Miller probeert daar zijn weg in te vinden door zijn uitwisselingen ter zake met andere leden van de Club Mediapart te vertellen en te analyseren. Dat leidt tot een onbetamelijk lijkend besluit.
“Weet ge wat ik zeg? Niets, zeg ik, dat zeg ik!”[2]
Links wil niet weten van het zogenaamd strategisch stemmen. De socialistische partij en het extreemlinkse La France Insoumise[3] zeggen daarvan om het hardst te moeten kotsen. Waarom? Omdat stemmen voor de socialistische Hamon[4] of de extreemlinkse Mélenchon[5] vanaf heden door een belangrijk deel van hun mogelijk electoraat als verloren stemmen beschouwd worden. Stemmen voor die linkse kandidaten kan Marine Le Pen immers niet meer uit het Elysée[6] weghouden.
Gevolg is dat noch Hamon noch Mélenchon openlijk kunnen toegeven dat de inzet van deze verkiezingen uiteindelijk de overwinning of de nederlaag van de bazin van het extreemrechtse Front National is. Dat iedereen dat overal op de wereld ondertussen maar al te goed weet, raakt hun kouwe kleren niet. Ze denken immers dat ze zichzelf zouden kelderen als ze dat zouden toegeven. Beide heren hebben het dan ook over om het even wat behalve over de langzamerhand onvermijdelijk lijkende verkiezing van Marine Le Pen – die voor hen echt wel the elephant in the room is. Zolang dat gênante gegeven niet als dusdanig benoemd en erkend wordt, kunnen beiden probleemloos boven de zich onder hun voeten opensplijtende afgrond blijven luchttrappen.
Het uur van de waarheid
Dat soort situatie ziet men vaak in tekenfilms. De moraal is duidelijk: dankzij de miskenning kan men even het gevoel hebben van door te kunnen gaan, maar uiteindelijk leidt dat altijd tot de val. Maar dat doet ook denken aan Freuds dialectiek van de Anerkennung. Ik geef even een grisaille-versie van diens redenering, kwestie van deze te laten anerkennen of aanvaarden door lezers waarvan ik veronderstel dat ze niet meteen zo vertrouwd zijn met de lezing van de Weense meester door de Parijse meester die Lacan is. Vereenvoudigend kunnen we stellen dat een niet erkend idee ook niet ontvankelijk is. Negatie van een ongemakkelijk stemmend idee kan echter op verschillende wijzen: het kan ontkend (Verneinung, in de neurose), geloochend (Verleugnung, in de perversie) of ronduit verworpen (Verwerfung, in de psychose) worden. Als we er nu mogen van uitgaan dat noch Hamon noch Mélenchon tot nog toe in publiek pervers of psychotisch zijn overgekomen, eerder het tegendeel (“Dat zou er nog aan mankeren!”, roept het koor meteen verontwaardigd uit), dan moeten we daaruit wel besluiten dat het bij hen eerder om iets als een neurotische ontkenning (Verneinung) gaat.
Beiden weten dus maar al te goed waar het over gaat – ze hebben daar als het ware al ‘ja’ tegen gezegd (Freuds Bejahung), wat betekent dat ze het ‘ongemakkelijk stemmend idee’ al in een bepaalde mate erkend hebben. Maar ze willen het gewoonweg niet weten. Ze willen immers niet afzien van de bevrediging die ze uit hun dagdroom putten, en willen dus ook niet de kiezers verliezen die ze zo handig in die dagdroom hebben laten delen. Ingeval het weten de actie zou remmen, kan het inderdaad wel eens een voordeel zijn van niet te willen weten wat men wel degelijk weet. Maar dan loopt men natuurlijk wel het risico om, tekenfilmgewijs, plots de grond onder de voeten te verliezen.
Het uur van de waarheid is bekend. Dat zal slaan op het moment dat de resultaten van de eerste ronde van de verkiezingen binnenlopen, op 23 april eerstkomend, iets na achten. Behalve een paar die hard dandy’s, katholieke contemplatieve ordes allerhande en een amorfe horde idioten zal heel Frankrijk op dat moment aan de buis of radio gekluisterd zitten. Stel dat Hamon en Mélenchon de tweede ronde niet halen, wat heel goed mogelijk is, als de onontkoombare heersende ideologie onvoorzien ook nog eens een zetje zou krijgen door de bijdrage van propagandisten van likmevestje zoals ik, zullen beiden dan hun aanhangers blijven pushen om te ontkennen, en dus te weigeren om in die tweede ronde voor de resterende tegenstander van Le Pen te stemmen? Daar zullen ze wel goede redenen voor weten op te dissen, dat weet men zo. Of zullen ze integendeel adviseren om toch maar, allez vooruit dan maar, voor die tegenstander van Le Pen te stemmen? Vraag is echter nog maar of ze daarin dan ook gevolgd zullen worden … Hun kiezers, die al maanden en soms zelfs al jaren aan de drug van de ontkenning en dus compleet aan een lyrische illusie verslaafd zijn, zullen misschien denken dat ze toch nog op de boot zijn geraakt, die ze dan voor de rest maar wat laten ronddobberen en dolen.
Het politieke spektakel wordt in elk geval met de dag boeiender. Als het lot van het land niet op het spel stond, dan stonden we nu al recht voor een ovatie: wat een buitengewoon goed geënsceneerd spel van dupes en niet dupes, wat een electorale thriller, met een suspense de mooiste horrorfilm waardig, met alsmaar dichter zwermen obscene en kwaadaardige zwarte vogels die op de mensheid inpikken tot ze eraan bezwijkt. Ik verwijs hier naar Hitchcocks “The Birds” (1963).
“Wie geen dupe is, doolt”[7]
Ik postte mijn “Oproep van de psychoanalytici” op mijn blog op Mediapart[8] – een controversiële website, maar die volgens mij zeer nuttig voor de democratie is. Dat leverde mij heel wat commentaren op vanwege de Mediapartafficionado’s – waaruit vooral blijkt dat antieke notie van ‘republikeins Front’[9] compleet in diskrediet is geraakt, niet meer van deze tijd lijkt, ja zelfs op apegapen ligt – en dat niet alleen ter rechterzijde, daar is het al lang een bewuste politiek om die notie aan te vechten, maar nu dus ook ter linkerzijde.
Even tussendoor. Bij de laatste regionale verkiezingen slaagde een onder aansporing van de socialisten geïmproviseerd republikeins Front er wel degelijk in om de helse tweekoppige Le Pen Walkure Marine-Marion alsnog in volle hemelse stormloop neer te halen, en dat zowel in het noorden als het zuiden van het land. De prijs daarvoor was dan wel de verkiezing van twee gematigd rechtse topfiguren, die zichzelf nu nog altijd republikeins noemen, doch dit in de feiten alsmaar minder zijn, dat is waar. Maar ook dat lijkt alweer een kleine eeuwigheid geleden.
In de Mediapart Club is ‘strategistemmen’, zoals wij dat wel eens onder elkaar durven schrijven, niet echt populair – en in de tweede verkiezingsronde nog minder dan in de eerste. In de eerste ronde moet men, zegt men, eerst en vooral vanuit zijn eigen overtuiging stemmen, en dus niet vanuit een of andere berekening. Die liefde tot de eigen overtuiging gaat in de tweede ronde dan zo ver dat men daarvoor ook elke gedachte aan het verdedigen van de republiek laat varen.
Maar terug tot mijn clubgenoten van Mediapart.
Een erudiete man, die zich HervéHervé noemt, geeft me een kameraadschappelijke uitbrander: “Vraagt de tandelozen niet meer om de rijken te redden!” Ik verwees hem naar Thomas Franks “What’s the matter with Kansas” (2004), in het Frans vertaald als “Waarom de armen rechts stemmen” (2008).
En een kiezeres, die van haar hele leven nog nooit blanco heeft gestemd, neemt zich heilig voor dat in mei, in de tweede ronde, wel te doen, als daar geen kandidaat meer staat die niet zelf mee verantwoordelijk is voor de problemen van vandaag. Wat ze als volgt motiveert: “Een koe die men al een keertje te grazen heeft genomen, is op haar hoede voor elke vorm van koehandel van dupes ondereen, want dat loopt altijd slecht af”. Dat verlangen om geen dupe te zijn zagen we overigens ook al bij een psychoanalytica in opleiding, uit wier zwierig geschreven pennenvrucht ik in een vorige bijdrage al volgende zin aanhaalde: “Ik verlies liever dan dupe te zijn”. Een voorbeeldige illustratie van Lacans enigmatische uitdrukking “Wie geen dupe is, doolt”.
Men neemt zich heilig voor om niet aan de tweede ronde mee te doen. “Als ik moet kiezen tussen Macron en Le Pen, dan stem ik liever niet! Ik stem niet tegen! Nooit! Ik stem voor en alleen voor, en dus stem ik alleen in de eerste ronde.” Men is er dus heilig van overtuigd dat een stem die strategisch zou zijn enkel en alleen het status quo in stand kan houden. “Als uw petitie, om tegen Le Pen te stemmen, een verkapte oproep tot strategisch stemmen is, wel, dan moet je daarvoor maar niet op mij rekenen. Ik heb mijn buik vol van al dat volk dat ons alleen maar wil culpabiliseren. Het Front National is het alibi om alles bij het oude te kunnen laten.”
In een situatie, waarin iedereen op de toppen van zijn tenen loopt en voortdurend van gedacht verandert, was het dan ook onvermijdelijk dat dit zou uitmonden in een belediging als “Onze democratie is ziek. En JAM, met zijn strategisch stemmen, denkt haar dan ook de genadeslag te moeten toebrengen voordat MLP dat kan doen”.
Een onzegbaar genot
Het mooiste moet echter nog komen. De meest provocerende dan wel provocatieve uitspraak komt, je zal het altijd zien, van een van mijn Clubgenoten, die het meestal nog goed met mij voorheeft ook. Één zin, maar dan wel een die kan tellen. “De verkiezing van Marine Le Pen tot president van de Republiek op het einde van de eerste ronde zou mij een onuitspreekbaar genot verschaffen”. Grof. Heel grof.
Houdt hij ons voor het lapje? Dat kan best. Edoch. Het gebeurt wel eens meer dat dit de enige mogelijkheid is voor een in de freudiaanse zin onmogelijk te erkennen onbewuste gedachte om zich alsnog een weg naar het woord of de verwoording te banen. Om het even dus of mijn clubgenoot ons hier voor het lapje houdt. Belangrijk is alleen dat dit niet alleen gedacht maar ook verwoord is geworden. Deze wel heel donkerbruine uitspraak vormt voor mij de sensationele bekentenis van wat de verborgen waarheid van deze affaire is. De alleronwelvoeglijkste gedachte die daarachter steekt lijkt inderdaad de verborgen kern van al dat oeverloos geleuter waarmee men zich momenteel ter linkerzijde en vooral diep van binnen, aan de meest linkse zijde van de linkerzijde, verdooft.
Want dat is het! Alles valt plots op zijn plaats! Al die bitsheid, al dat gejeremieer, al dat afzweren, al die beledigingen, al die diatriben, al die oekazes, al die vogelvrijverklaringen. Al die banbliksems die met gnostische verve de wereld worden in geslingerd, in naam van “wij, die zo klein zijn en in het duister leven, wij het klootjesvolk”[10]. Al die koppige baasjes die zich tot het einde der tijden willen blijven vastklampen aan hun “maar ik wil daar allemaal niets van weten”. Met als grote finale het in katzwijm vallen, de extase, de verrukking van de allerlieflijkste linkse jongen. Dat kan allemaal alleen maar het effect van een fantasma zijn – het fantasma dat Marine Le Pen plots tot het eervolste ambt van de Franse Staat zou verheven worden als gold het het mirakel van de republikeinse Tenhemelopneming. Wie had dat ooit durven denken! Wie had dat ooit durven dromen! Nu kunnen we er echter niet meer naast zien. In de harde orthodoxe kern van links is, zonder dat links dat zelf weet, de worm van een onnoembaar verlangen aan het knagen gegaan – links wordt langzaamaan verteerd door het verlangen om zich in de armen van onze monsterlijke Franse Walkure te laten dooddrukken.
Pauze
Van het sublieme naar het ridicule, het is maar een kleine stap. Idem voor de interpretatie en het interpretatief delier. Moet ik inderdaad niet even pauzeren, even tot bezinning komen, even afstand nemen van mezelf en het wel heel grof resultaat waartoe ik thans ben gekomen? Ik leg de pen dan ook even terzijde. Of met Descartes: “Het kan geen kwaad dat ik hier even halt hou, zodat dit nieuwe inzicht dankzij de lengte van mijn meditatie dieper in mijn geheugen gegrift geraakt”[11].
vertaling Lieven Jonckheere
[1] La querelle du Votutile
https://blogs.mediapart.fr/jam/blog/200317/la-querelle-du-votutile
Een vote utile is een stem die in eerste instantie probeert te vermijden dat een bepaalde kandidaat verkozen wordt. Omdat men denkt dat de eigen kandidaat het niet tegen de gewraakte kandidaat kan halen, versterkt men met zijn stem een andere kandidaat waarvan men denkt dat hij het wel tegen de gewraakte kandidaat kan halen. in het Nederlands heeft men het gewoonlijk over ‘strategisch stemmen’. (noot van de vertaler).
[2] “Mettez enfin que je n’ai rien dit”.
Een zin van Jean Paulhan, waarvan ik niet meer wist waar ik die haalde. Ik liet Nathalie Georges-Lambrichs navraag doen bij Claire Paulhan. En zij wist mij te zeggen dat het om de laatste zin van « Les Fleurs de Tarbes » gaat (Gallimard, 1940 – prepublicatie Nouvelle Revue Française, 1936). Dank aan beide dames. We geven deze zin in onze vertaling een ‘volkse draai’ (noot van de vertaler).
[3] La France Insoumise (Oproerig Frankrijk) is een burgerbeweging die de kandidatuur van de extreem linkse Mélenchon steunt. (noot van de vertaler).
[4] Benoît Hamon is de socialistische presidentskandidaat (noot van de vertaler).
[5] Jean-Luc Mélenchon van de extreemlinkse Parti de Gauche (Linkse Partij), die in Frankrijk de lijn van het Duitse Die Linke wil volgen. (noot van de vertaler).
[6] Het Palais de l’Élysée is de officiële residentie van de president van Frankrijk (noot van de vertaler).
[7] titel van Lacans Séminaire XXI, 1973-1974. Te verschijnen bij La Martinière / Le Champ freudien.
[8] www.mediapart.fr is een Franse website die in 2008 werd gecreëerd. Daarin wordt vanuit linkse hoek over de (politieke) actualiteit geïnformeerd en gediscussieerd. (noot van de vertaler).
[9] Front républicain (republikeins Front) betekent dat links en rechts tijdens de tweede verkiezingsronde samenspannen om te vermijden dat het extreemrechtse Front National het zou halen. Extreemrechts wordt daarbij als een vijand van de Republiek beschouwd. (noot van de vertaler).
[10] Edmond Rostand, L’Aiglon (eerste voorstelling 15 maart 1900 in het théâtre Sarah-Bernhardt, momenteel Théâtre de la Ville, Parijs).
[11] Deel van de laatste zin van Descartes’ Tweede Meditatie (Six Méditations Métaphysiques, 1641).
This post is also available in: Frans