De rebellie van de ‘pas comme tout le monde’, tegenover de ‘humanimité’
De extreme vormen van nostalgie naar het object, zoals verslavingen, die aansluiting vinden in het discours van de hypermoderne samenleving, bevorderen een onderwerping van het genot aan de logica van de productie-consumptie.
Aan deze nostalgie naar het object kan een andere worden toegevoegd, één die langzaam binnengeslopen is in de klacht over de gevolgen van de alliantie tussen de wetenschap en het kapitalisme op de sociale band. Een klacht die als dusdanig geen handelingen of verschillende manieren van acting-out met zich meebrengt maar wel kan leiden tot een terugkeer naar de Naam-van-de-Vader of naar de droom van de kracht van de rede. De droom van de rede verwekt monsters, zoals de titel van één van de wonderbaarlijke etsen van Goya van de reeks Los Caprichos suggereert.
De verknoping van nostalgie – of het nu die van de hoofdbaan of het bestaan van de seksuele verhouding is -, klacht én hyperconsumptie, plaatst de mensheid op het aliënerende terrein van de unanimiteit. Het is een soort Alphaville[1] van vandaag waarin het sociale gelijkgesteld wordt aan het homogene, en dat in de naam van wat goed is – dat, zelfs al noemt men het gemeenschappelijk, het niet is, want het neemt de verschillen niet op – en in naam van het geluk, van waaruit er een supplementaire dosis geluk verschaft wordt.
De politiek van de psychoanalyse oriënteert zijn antwoord door aan het subject de mogelijkheid te bieden de uitgangspoorten te vinden van deze humanimité, een neologisme dat, door humanité en unanimité te verknopen, erop mikt rekening te houden met de gevolgen van segregatie en van infantilisering van deze verknoping.
De subversieve dimensie die de psychoanalyse meeneemt als keerzijde van deze onderwerping aan de doodsdrift die, in zijn vorm van plus-de-jouir, logeert in de subjectiviteit van vandaag, is het symptoom dat wordt beschouwd als het meest singuliere van het subject, als « de rebellie van de pas comme tout le monde » volgens Jacques-Alain Miller[2].
Door in te zetten op de singulariteit van het symptoom ontfermt de psychoanalyse zich over de manier waarop het subject met de « vrijheid » omgaat die er rest bij gebrek aan een hoofdweg, en over de manier waarop er met het tekort van het object dat de seksuele verhouding zou uitdrukken omgegaan wordt.
De pas comme tout le monde, die vinden we terug in het detail achter de norm, in de subtiliteit van het singuliere.
[1] Titel van een film van Godard uit 1965.
[2] Miller J.-A., « L’orientation lacanienne. Choses de finesse en psychanalyse », enseignement prononcé dans le cadre du département de psychanalyse de l’université Paris VIII, leçon du 19 du novembre 2008.