De segregatie mannen/vrouwen en haar toekomst

#

Hoe is het vandaag, in onze moderne tijd, gesteld met de oudste segregatie ter wereld, de segregatie tussen mannen en vrouwen?

De verschillende “discours” die Lacan definieerde aan het eind van de jaren ’60, vangen “reeksen lichamen”[1] die ze willen onderwerpen. Door middel van verwijdering of groepering van lichamen isoleren ze de genietingen. Want wat gesegregeerd moet worden, zijn steeds de genietingen van de lichamen. De belangrijkste functie van het meesterdiscours is het opleggen van normen aan het genot en het inperken van elk Ander of abnormaal genot. En welk genot is nog radicaler Anders dan het vrouwelijk genot? Daarom moest het dringend beteugeld worden, wat zich toonde in de strikte scheiding van de geslachten en in de gijzeling van het vrouwelijke lichaam in traditionele patriarchale samenlevingen. In “Télévision” suggereert Lacan dat we in het anti-vrouwelijk racisme het paradigma vinden van de haat tegenover andere wijzen van genieten: de seksuele verhouding bestaat niet want de Ander behoort tot een andere soort, en van het Andere geslacht “zijn wij gescheiden”[2].

Vandaag heerst de vermenging van de geslachten: “gemengd” en “gelijk” zijn sleutelwoorden in onze westerse moderniteit, waarin een vrouw een man zoals een ander geworden is. Tegelijkertijd heeft de toenemende invloed van de wijzen van genieten in al hun diversiteit de dominantie van de fallische Eén op het genot omvergeworpen, met een “stijgende wanorde in de seksuering”[3] tot gevolg.

Lacan wees destijds al op de onverbiddelijke sectie of seksie die de hakbijl van de taal uitvoert: “De taal is zodanig dat voor elk sprekend subject het ofwel hij is ofwel zij.”[4] Maar het idee van het neutrale, van een erkenning van een derde geslacht of iets dat buiten de geslachten valt, is vandaag geen sciencefiction meer. De discussies over gescheiden toiletten in de Verenigde Staten en het lot van de transgenders, zijn mooie voorbeelden van de nieuwe uitdagingen. In de debatten over openbare toiletten wordt de controverse uitgekristalliseerd, ze vormen immers het laatste alledaagse dispositief waarin de segregatie van de geslachten de norm is.

We herinneren eraan dat Lacan precies het voorbeeld gaf van de “wetten van de urinaire segregatie” om het functioneren van de orde van de betekenaar te verduidelijken, met het welgekende beeld van de twee aanpalende deuren. De betekenende structuur vestigt een puur verschil tussen mannen en vrouwen, zonder hun respectievelijke betekenende in te schrijven, maar door verschillende plaatsen te onderscheiden, die uitstekend worden gesymboliseerd door de dubbele “hokjes”[5].

Het is dus niet verwonderlijk dat deze ultieme ruimtelijke segregatie wordt betwist in een tijd waarin het niet meer de symbolische normen zijn die, onder toezicht van de wet, het reële van de lichamen regelen, maar waarin het eerder de levende lichamen zijn die hun meervoudige genietingen opleggen, met als weerbots wanhopige pogingen tot normalisering.

Zowel op het gebied van de seksuering als elders zien we Lacans stellingen bevestigd over de opkomst van de segregatie en de transformatie van haar modaliteiten. Aan de ene kant vervlakt de traditionele geseksueerde segregatie door “de vooruitgang van de universele cultuur”[6], en aan de andere kant veroorzaakt deze homogenisering tussen mannen en vrouwen een aantal terugslageffecten die nu reeds vast te stellen zijn[7]. De gender-beweging en de queer studies getuigen van de spanning tussen de eis tot desegregatie van de genietingen en het communitarisme van de seksuele minderheden. Hier gaat het niet meer om symbolische maar om imaginaire en pulsionele segregatie. En als gevolg van de “verwardheid van ons genot”[8] stelt men eveneens een vernieuwing vast van virilistische bewegingen die zowel oproepen tot het herstel van Koning Fallus, als tot uitzinnig gewelddadige seksistische haat. We beleven de comeback van een grijnzende viriliteit die niet meer geregeld lijkt door de fallische semblant. Als het racisme al toekomst heeft, dan heeft de haat van het andere geslacht dat eveneens, wees daar maar zeker van…

Vertaling Christel Van den Eeden

[1] Lacan J., Le Séminaire, livre XIX, …ou pire, Paris, Seuil, 2011, p. 225.

[2] Lacan J., « Télévision », Autres écrits, Paris, Seuil, 2001, p. 534.

[3] Miller J.-A., « Un réel pour le XXIe siècle », Scilicet, Paris, École de la Cause freudienne, 2013, p. 26.

[4] Lacan J., Le Séminaire, livre XIX, …ou pire, op. cit., p. 40. Quant à l’hermaphrodite : « On ne l’appel­lera ça en aucun cas, sauf à manifester par là quelque horreur du type sacré. On ne le mettra pas au neutre ».

[5] Lacan J., « L’instance de la lettre dans l’inconscient », Écrits, op. cit., p. 500 – sur les indications de Leander Mattioli Pasqual.

[6] Cf. Lacan J., « Conférence sur la psychanalyse et la formation du psychiatre à Saint-Anne » du 10 novembre 1967, disponible sur internet.

[7] Cf. La Cause du désir n° 95, « Virilités », avril 2017. En particulier : Brousse M.-H., « La moitié de LOM », pp. 44-49.

[8] Lacan J., « Télévision », Autres écrits, op. cit., p. 534.

Print Friendly

This post is also available in: FransEngelsItaliaansSpaans