Verslaving en toxicomanie: Sterker dan alles
Verslaving is tekenend voor onze tijden: ze manifesteert zich als de hedendaagse manier waarop we ons verhouden tot onze objecten, van het meest onbeduidende gadget tot de banden die ons dragen in de wereld. We zijn potentieel aan alles verslaafd en alles wordt een mogelijk object van verslaving in een tijd waar het object en de consumptie ervan aangediend worden als iets wat doorgaans ‘zelfrealisatie’ wordt genoemd.
Maar welke verhouding onderhoudt de verslaving met de norm? Zij zet er zich a priori tegen af, afkerig als ze is van elke regulering of tempering. Zij zou er het tegengestelde van kunnen zijn. Ze voedt de honger van het spreekwezen naar een onstilbare herhaling, waardoor ze zich presenteert in de lijn van een onblusbare pulsionele eis. Zij houdt de belofte in de oorspronkelijke verdeeldheid van het subject op te vullen en verschaft een genot dat het toelaat om de ander over te slaan; ze stuurt het spreekwezen terug naar de eenzaamheid van zijn of haar verhouding met het genot, een verhouding die niet langer omsluierd wordt door de ondertussen ondoeltreffend geworden grote collectieve idealen.
Ogenschijnlijk buiten-de-norm omcirkelt de verslaving nochtans een zijde van het imperatief dat het subject er toe kan brengen om de meertouwen die zijn keuzes, idealen en voorkeuren representeren los te laten. Steeds excessief antwoordt ze op de eis van het Über-Ich die Lacan samenbalde in het bevel “Geniet!”. Via die associatie draagt ze er toe bij de hersenloze dwang te onthullen die inherent is aan de pulsie.
De consumptie van drugs en alcohol zijn een antwoord van het spreekwezen, een poging om een lichaamsevenement te ‘behandelen’, om het effect van affect te verdoven, het effect van genot dat een evenement in het lichaam zonder oponthoud voortbrengt. De herhaling, de hernieuwde confrontatie die aan het werk is in het lichaamsevenement kan die consumpties aanwakkeren en hen omvormen tot toxicomanie of alcoholisme. In tegenstelling tot die gevallen waarin het lichaamsevenement gevat zit binnen een fantasma ligt het binnen die kliniek open en bloot en is het effect ervan direct. Zoals bijvoorbeeld de consumptie van een man, waarvan de casus tijdens de laatste Conversatie van TyA te Brussel becommentarieerd werd, een poging is om de ravage te temperen die zijn lichaam systematisch voortbrengt, vanuit de zekerheid dat iedereen van hem vanaf wil, iets wat hij in het merendeel van zijn ontmoetingen ervaart. De situatie van zogenaamde toxicomanen of alcoholici die zich aanmelden bij een gespecialiseerde instelling of een psychiatrisch hospitaal, zelfs binnen de privé-praktijk, is dikwijls alarmerend. De impact van de consumptie van drugs, alcohol en medicatie indiceert dat men voornamelijk komt om er niet aan te sterven. Hun aanmelding sluit dit risico trouwens niet uit: van de twintig of zelfs tien mensen die zich aanmeldde, komt er jaarlijks één persoon te overlijden en dit ondanks hun opname.
Ons werk bestaat er uit de oplossing van het subject zonder vooroordeel te verwelkomen – hun gebruik is niet het ergste. Het gaat er om het lichaamsevenement dat telkens singulier is en waaraan iemand onderworpen is, af te bakenen, vooral dan om te vermijden dat het binnen de overdracht geprovoceerd zou worden; het gaat er om de manieren die het subject gevonden heeft om zijn consumptie te begrenzen te ondersteunen en er een alternatief, op maat, voor uit te werken. De singulariteit, die per definitie buiten-de-norm is, vraagt er om dat er iets uitgevonden zou worden.