De familie verbazen
“De vader is diegene die de familie moet verbazen”[1]. Lacan wijst de vader de functie toe om een uitzonderings punt in de structuur te introduceren, een symptomatisch punt dat ontsnapt aan elke universele norm.
Enige tijd geleden is er op de Israëlische televisie een plaatselijk serie uitgezonden, met als titel Mama en papa’s, die ingaat tegen enkele stereotype sociale gedragingen rond de familie en het ouderschap. In een samenleving waar de scheiding der machten tussen Staat en religie niet bestaat, representeert dit een mogelijkheid tot iets dat voorbij het actuele bestaan van de verschillende soorten familieverbanden gaat. Het uitzenden van dit soort serie constitueert, op zich, de publieke erkenning van een alternatieve familie structuur en brengt, hierdoor, de vragen ter sprake die verbonden zijn met homoseksualiteit en ouderschap. Gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van de regisseur, kan men veronderstellen dat dit scenario, vol humor, een bewerking is van zijn eigen conflictuele positie.
Immers, de mannelijke seksualiteit en de erkenning ervan, zijn nauw verbonden met strikte religieuze voorschriften die formeel de mannelijke copulatie evenals de masturbatie verbieden. Deze worden beschouwd als zonden, want het gaat over een “zinloze ejaculatie”, dat wil zeggen dat ze niet de voortplanting tot gevolg heeft. In de televisieserie, waarnaar ik verwijs als ware het een ‘geval’, vindt men aan de ene kant een alleenstaande vrouw die, bezorgd om haar biologische klok, beslist om alleen een kind te hebben en aan de andere kant, een koppel homoseksuele mannen die hun gezin willen uitbreiden. De drie personages streven elk op hun manier naar een consistente familie structuur op basis van een vastgelegde contractuele relatie die gericht is op het hebben van een kind.
De biologische vader van het kind is in analyse en dit benadrukt zijn ambivalente positie ten aanzien van zijn vaderschap. Zijn idee van homoseksualiteit als synoniem van steriliteit, brengt bij hem een moeilijkheid teweeg om zich als ouder te zien en daarom twijfelt hij om het kind officieel zijn naam te geven. Tegelijkertijd eist hij, als vader van het kind, de erkenning en het bezoekrecht van zijn partner door de ziekenhuisadministratie.
De andere vader, wiens vader overleden is, staat klaar om het overgrote deel van de tijd samen te werken met de moeder van de baby. Maar hij heeft af en toe de indruk dat deze vrouw die ‘zijn’ baby opeist, vreemd is. Daardoor verdraagt hij het idee niet van ze te verlaten.
De moeder, van haar kant, aanvaardt geen enkele interventie van de vaders als het gaat over de zorg voor de baby, maar daar ze hulp nodig heeft, zal ze zich vaak inbeelden dat de gecreëerde verhouding tussen hen als een soort ‘familie’ configureert, die het koppel vervangt dat ze niet slaagde te bewerkstelligen.
Men ziet dat elk personage zich in die nieuwe familiale configuratie integreert, vertrekkend van de eigen identificatorische en symptomatische bagage. Zelfs al gaat het hier om een breuk met de klassieke familie, de omwegen van hun gedachten brengen hen ertoe een andere vorm te vinden waarbij de vaderfunctie verbaast en verknoopt. Er is een decisief moment rond deze kwestie: de act van de besnijdenis. De traditie, ondanks het feit dat ze afstand neemt van de religie, valt op een paradoxale manier binnen en toont aan dat deze “ejaculatie niet zinloos was”, dat de vaderfunctie plaatsvindt rond een nominatie. De ceremonie eindigt steeds bij het geven van een naam aan het kind. In de serie wordt het kind Hillel genoemd, de naam van de overleden vader van de vader en die juist niet de verwekker is.
Vertaling: Marie-Anne Devreese
[1] Lacan J., Le Séminaire, Livre XIX, …ou pire, Paris, Le Seuil, 2011, p. 208. [nvdv.: « é-pater la famille », Lacan zinspeelt met é-pater, verbazen, op de pater familias.]